Ik heb geschilderd en getekend als een gek de voorbije zeven maanden. Kreeg de laatste maanden de prachtige kans om mee te doen met 'Process' van Multitude waarbij 13 kunstenaars uitgenodigd werden hun ding te doen. Mijn kunst is voor mij een manier om te overleven heb ik nu door. Vandaag verhuisde ik mijn werk naar mijn studio en hing enkele werken op. En die sporadische momenten maken mij gelukkig. Waar ik mezelf afvroeg waarom alles zo moest lopen, de strijd met mezelf en de verschrikkelijke ervaring van mijn scheiding, kom ik nu thuis met een deel van het resultaat van wroeten, vechten, twijfel, de vernieling in gaan en euforie. Ik zit hier tussen meer dan 100 tekeningen, collages en een veertigtal schilderijen. Terwijl ik ze maak is het een taal die ik oprol en opberg, nu ik ze bekijk en ophang verschijnt er een deel van mijn leven waarop ik trots ben. Dit is een moment van geluk en nodige zelfbevestiging, dit werk is niet slecht. Vorige week vroeg de zoon van een vriend nog bij het bekijken van één van mijn werken of het wel af was, en ik vond dat een fijn compliment. Kunst is nooit af, je stopt gewoon als het voor jezelf nodig is. Dit is een wereld die ik creëer en waarbij confrontatie of discussie onnodig is. Geen nuances in woorden of verkeerd verstaan, neen dit is wie ik ben. Ik had hetzelfde gevoel bij het openen van mijn werk na een maand schilderen in Oostenrijk of Berlijn, ontroerd worden door mijn eigen werk. Het resultaat dat ikzelf nu objectief kan bekijken maar waarvan ik me toen afvroeg wat ik eigenlijk uitspookte. Het korte geluk dat zich vanavond voordoet, maar waarvan ik onbewust weet dat het komt als ik vecht.