interview met Geert door 'coffeeklatch'

19 jul 2014

culinair genot

Het is warm, 30°. En daardoor word ik verplicht kalmer maar ook lichamelijker. En die verplichting is fijn... het kost me normaal veel moeite. De deuren staan wijd open, de kat ligt lui tegen de muur met halfgesloten ogen. Ik schenk een Dry Martini met olijf en twee ijsblokken aan mijn pas toegekomen b&b gasten die zich languit uitstrekken op het bed in de frisse ruimte. Geert pikte het bio groentenpakket van Luc en Phil op en ik heb zin om te koken, trek mijn shirt uit en snij sensueel paarse bieten in fijne schijven, meng ze met koolrabi, pompelmoes en rode ui en laat ze langzaam stoven in mijn oranje 'Staub Cocotte' terwijl ik gedroogde abrikozen, rozijnen, pompoenpitten, ansjovis en peterselie meng, opgepimpt met tabasco en peper, om later te mengen met bulgur. Maar eerst snij ik donkerrode, rijpe tomaten in fijne schijven, leg ze kris kras door stukken mozzarella, fijne peterselie, olijfolie en peper en zout. Heerlijk als de smaak van een moestuin, eerlijk en simpel, aards genot dat niets kan evenaren. Het is lang geleden maar vanavond herontdek ik de sensualiteit van culinair genot, evenwaardig aan het maken van een schilderij. 

wit is schoon... om bevlekt te worden


Wat moet het fijn zijn elke morgen op te staan als een wit blad. Maar net zoals mijn pas geverfde keukenvloer, maagdelijk en glad, behoeft dit dagelijks gedweil. Leven bevuilt en dat vraagt om de aanvaarding van plekken. Vandaag is een speciale dag, onvoorbereid. Ik ben er klaar voor. Na negentien dagen open ik mijn dozen, haal tekeningen en schilderijen boven, ontrol grote rollen papier en hang een tekening tegen de muur, het is een sacraal moment. Mijn maand afzondering in Oostenrijk heb ik afgerond, ik probeerde afstand te maken en terug te keren in het 'normale' leven. Maar nu bekijk ik dus mijn werk met andermans ogen en huil, herbeleef en besef de intensiteit van mijn Kroisbach-ervaring. Mijn partner, therapeut, vraagt me te beschrijven wat ik voel, maar ik kan het niet. Misschien zie ik vandaag de taal die ik zocht om te tonen wie ik ben en voel, wat niet in woorden kan uitgedrukt worden. Ik zie werk vol emotie en harde uithalen, kleur en zwart, strepen en krachtige beweging. Rood en geel, vlekken, vuil, maagdelijk wit. En begrijp waarom ik deze weg kies. Om af te zien, om te genieten, om verder te gaan dan de wet en beperkende maatschappij, om risico's te nemen, om te onderzoeken en op mijn bek te gaan. Om te leven.

8 jul 2014

stronk

pen op papier

"Zolang ik niets heb, moet ik niets afgeven", zegt het meisje met het dikke gat terwijl ze haar paraplu pakt en met haar vriendinnen de zaak verlaat in skinny jeans. Buiten regent het, het kwartier met Els in mijn auto op weg naar de dokter zet de sfeer voor vandaag, Lyme is een vonnis dat dat van AIDS overtreft. Niet erkend worden in deze strikte maatschappij is het vreselijkste lot dat iemand kan beschoren worden. De totale onwetendheid en negatie van de Belgische politiek rond deze ziekte is verontrustend. Ik heb een afspraak met boekhouder Gary nadat de mijne, die ik al vijfentwintig jaar koester, begint te praten over een lijk in het beton van het appartement en geroddel binnen de familie. De mossel op mijn schilderij die niet in rood mocht geschilderd worden, maakt dat ik besluit dat het tijd wordt dat onze wegen scheiden. Thuis schildert men mijn eetkamer, die atelier was maar na het arriveren van de crèche moest verhuizen, eindelijk spierwit. Een speling van het akoestische lot waarbij de decibelmeter letterlijk tilt slaagt. De ruimte leeg houden in ultieme zen sfeer is nu mijn doel, de realiteit zal natuurlijk anders uitdraaien. Leven doet versieren, fantasie als vitaal overlevingsmiddel vraagt soms om ondersteuning door voorwerpen die net die ene snaar raken die het brein laat trillen op een andere golflengte dan de afgevlakte mainstream. Terug op de sporen geraken na een maand afzondering vergt moeite naast geduld en volharding, maar uit ondervinding weet ik dat het gewoon tijd nodig heeft, net zoals de meeste belangrijke dingen in mijn leven. Het bekijken van mijn leven als een bedrijf dat geleid moet worden ligt me uiteindelijk wel, ook al besef ik dat het tijd werd gevoelens te cultiveren en eigen emotie spelregels te vinden. Het nastreven van perfectie is allesbehalve een hulpmiddel daarbij. Mijn nieuwe werk dat ik maakte in Oostenrijk ligt nu als een pak papier op de grond naast de tafel, mijn bondgenoot gedurende een maand wacht om getoond te worden, innerlijk wordt veruiterlijkt. Jan-Willem nodigt me uit in een leegstaande kazerne in Alken om er te werken deze zomer. Het avontuur zet zich voort, in alle enthousiasme smijt ik me er weer in, de ouderdom drukt me met de neus op de feiten. De dood is onvermijdelijk, ziekte is een kwestie van kansspel waarin mensen liever niet geloven. Niets is zeker. De relativiteit grijpt naar de keel en verplicht me af te blijven wijken van het leven dat ze negeert. Het deksel krijg ik sowieso toch op de neus.