interview met Geert door 'coffeeklatch'

8 jul 2014

stronk

pen op papier

"Zolang ik niets heb, moet ik niets afgeven", zegt het meisje met het dikke gat terwijl ze haar paraplu pakt en met haar vriendinnen de zaak verlaat in skinny jeans. Buiten regent het, het kwartier met Els in mijn auto op weg naar de dokter zet de sfeer voor vandaag, Lyme is een vonnis dat dat van AIDS overtreft. Niet erkend worden in deze strikte maatschappij is het vreselijkste lot dat iemand kan beschoren worden. De totale onwetendheid en negatie van de Belgische politiek rond deze ziekte is verontrustend. Ik heb een afspraak met boekhouder Gary nadat de mijne, die ik al vijfentwintig jaar koester, begint te praten over een lijk in het beton van het appartement en geroddel binnen de familie. De mossel op mijn schilderij die niet in rood mocht geschilderd worden, maakt dat ik besluit dat het tijd wordt dat onze wegen scheiden. Thuis schildert men mijn eetkamer, die atelier was maar na het arriveren van de crèche moest verhuizen, eindelijk spierwit. Een speling van het akoestische lot waarbij de decibelmeter letterlijk tilt slaagt. De ruimte leeg houden in ultieme zen sfeer is nu mijn doel, de realiteit zal natuurlijk anders uitdraaien. Leven doet versieren, fantasie als vitaal overlevingsmiddel vraagt soms om ondersteuning door voorwerpen die net die ene snaar raken die het brein laat trillen op een andere golflengte dan de afgevlakte mainstream. Terug op de sporen geraken na een maand afzondering vergt moeite naast geduld en volharding, maar uit ondervinding weet ik dat het gewoon tijd nodig heeft, net zoals de meeste belangrijke dingen in mijn leven. Het bekijken van mijn leven als een bedrijf dat geleid moet worden ligt me uiteindelijk wel, ook al besef ik dat het tijd werd gevoelens te cultiveren en eigen emotie spelregels te vinden. Het nastreven van perfectie is allesbehalve een hulpmiddel daarbij. Mijn nieuwe werk dat ik maakte in Oostenrijk ligt nu als een pak papier op de grond naast de tafel, mijn bondgenoot gedurende een maand wacht om getoond te worden, innerlijk wordt veruiterlijkt. Jan-Willem nodigt me uit in een leegstaande kazerne in Alken om er te werken deze zomer. Het avontuur zet zich voort, in alle enthousiasme smijt ik me er weer in, de ouderdom drukt me met de neus op de feiten. De dood is onvermijdelijk, ziekte is een kwestie van kansspel waarin mensen liever niet geloven. Niets is zeker. De relativiteit grijpt naar de keel en verplicht me af te blijven wijken van het leven dat ze negeert. Het deksel krijg ik sowieso toch op de neus. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten