Na tien jaar in 2060, word ik deel van deze buurt, willen of niet, Eastenders van Antwerpen. Deze morgen naar de plaatselijke supermarkt achter de hoek, koop pistolets, de man voor mij opent zijn tas en roept: "moete gij in da gat zien"? "Amaaai, antwoordt de kassierster, wa zeide goa na, in a gat zien, edde da na goord?" Zeg éla, seffes roep ik de polies! Doar emme kik genne schrik van, die doen toch niks!" Op één of andere manier doe ik tegenwoordig al mee, geniet van de uiterst volkse sfeer, babbel met de buren, de nieuwe met hun huis van 500.000€ door niemand ontziende verbouwingen zijn een vreemde eend in de bijt. Bakker André in de Diepestraat spant de kroon, Madame André met haar doorleefd Sidonie-gezicht houdt de prijzen democratisch, aangepast aan de bewoners, ook daar discussies: "Past oep, kzen ne steejnbok, as ge tege moa zé, neem ek wroak"! of amaaai, zén de Marokoanen wér in hunnen hevige vandoag?" "Allez, hemme ze wer ene neergestoake?" "Dag sjoeke, houda goe zenne!"
In de Morgen staat er een artikel over de nieuwe zogenaamd hippe buurt, alweer één, het Eilandje, en 'chique' strantwerpen waar je 10 € moet betalen alvorens je mag consumeren. Stiekem wordt het park spoor noord mee vermeld, élaba!
Noord en 2060 wachten op een ongelooflijke reportage, die de laatste overblijfselen van volks Antwerpen vastlegt en steunt in hun gevecht in de Bronx van A.