interview met Geert door 'coffeeklatch'

22 mei 2011

oef...


Net op het laatste nippertje kwamen onze nieuwe nummerplaten aan om te kunnen vluchten naar de bergen, ver weg van de stad, 40 nationaliteiten onnatuurlijk op een hoop. Na tien uur zalig rijden, de nieuwe Opel Astra reed voortreffelijk, stonden we plots terug in Göscheneralp, het houten woudhuis uit 1840 stond klaar, houten beddenbakken vol  dons, te lage plafonds en een steenkachel, zo'n wonder van energieverbruik, enkele blokken hout en een zalige warmte. Ik maakte de slechtste pasta ooit en daarna kropen we al om 20 uur onder de vichy-ruiten, raam half open, zicht op de Dammagletsjer, een koekoek was nieuwsgierig en zat in de top van één van de sparren aan de rand van het woud, voor de eerste keer begreep ik het begrip koekoeksklok. 's Nachts werd ik toch wakker van lawaai, het gekraak en gebulder van een loskomende ijs -en sneeuwmassa hoog in de rondomgelegen alpenspitsen, een aanhoudend gebrul, de nachtelijke hemel trok open en onthulde zijn sterren, klaarwakker kroop ik bij mijn partner en genoot van dit moment, vroeg me af of dit luxe is of een nastreefbare optie in de afdaling van de economische ladder, naïef van mij? Vandaag slenterden we door het dal, zagen we een boerderij, proefden de voortreffelijke geitenkaas, dankzij de fantastische kruiden, bloemen en grassen die ze grazen, bevrijdden een geitje dat vast zat in een electrische afscheiding met de nodige schokken in onze handen. De geitenboer hier in Göscheneralp heeft 75 geiten die op de alpenweides grazen, de kaas koop je in zelfbediening, een koelkast met verpakte kazen en een bus voor het geld, het zicht zit in de smaak. De gezonde jonge man in burgerdienst sproeide één voor één de wilde zurkelblaadjes in de weide, zo niet zou de plant alle andere overheersen. In de stal naast ons huis stonden de oermoeder en -vader met grote horens, werkmannen veegden de rand van de asfaltwegen met de bezem schoon, de oude man rookte zijn pijp. We keerden terug, ik maakte een tekening, een nieuwe richting door een nieuwe omgeving, ik had het reeds ondervonden en toch mijn lessen niet getrokken... 
Ik zit nu tegen het met lorkenhouten schalies beklede woudhuis in Gwüest tussen paardebloemen, margrietjes en roze koekoeksbloemen op een houten bank en kijk. Voor mij een gigantische, tamelijk gladde rots met geel kostmos die uit het grasveld komt gekropen. De eerste houten huizen dieper gelegen en de gouden spits van de kerktoren tussen de donkergroene sparren , geel aan de omtrek door de zon op het stuifmeel, ze vormen een aanzet naar de alpenweiden met de kronkelende asfaltweg die opklimt tussen meer groepen groenblauwe kerstbomen, bovenaan afgezoomd door een grillige rotslijn. De stuwdam zit als een grasgroene wig erachter geschoven en vormt de onnatuurlijk horizontale basislijn voor de aan mijn linkerzijde gelegen berg, bruingrijze rots met strepen en vlekken sneeuw. Op de achtergrond dreigt het gigantische, afgebrokkelde gebit, de grillige, omhooggestuwde en licht voorovergebogen horizon,  het laat van zijn hoogste toppen de gletsjermassa uitwaaierend verdwijnen naar een centraal punt waar alle lijnen elkaar schijnen te ontmoeten, geen geluid enkel de wind door de takken, blatende geiten en vogels en in de verte als een zachte snelweg neerstortend bergwater... dit is onbetaalbare luxe.
WIMPS - stift en waterverf op papier

Geen opmerkingen:

Een reactie posten