Brussel, hoofdstad van België en Europa, aankomst in station Zuid, een troosteloze wijk vol vervallen gebouwen, braakliggende terreinen, illegalen en monsterlijke post-moderne kantoorgebouwen in
witte alu-plaat en spiegelglas, via de Blaesstraat naar het Vossenplein, waar de dagelijkse rommelmarkt ons onderdompelt in een buitenlandse en toch typisch Belgische atmosfeer: rommel, alle soorten mensen door elkaar, het terras met plastieken stoelen en koffie opgediend door een
antieke kelner uit de poesjenellenkelder, stinkende toiletten in de kelder naast
de keuken, surreëel en anarchistisch, het immense kitschaanbod in De Wolf blijft ons verbazen. Het Italiaanse restaurant Easy Tempo in de Hoogstraat is open als we passeren en dus bestellen we fantastische orrechieti met broccoli en penne met artisjokken, en bereiken via de Zavel de nieuwe boekenwinkel van Taschen, alwaar prins Laurent en Claire net buitenkomen, la maison de papier toont ski-posters uit de jaren '50, in de Fontainas drinken we
campari met ijs, bekijken het
klienteel en zetten onze ontdekkingstocht verder, van de ene bar naar de andere, lopen tussen toeristen en ketjes, dompelen ons onder in de confronterende en zeer uiteenlopende verscheidenheid van deze stad, Jef Vermassen passeert gepommadeerd in de Dansaertstraat, Flippa K is nog open, tijd voor een glaasje rode wijn. Via het ongetwijfeld lelijkste plein van de wereld met het beeld van Don Quichotte en zijn kleine dwerg, geplaatst op een
betonnen tafel op sokkel tussen de pastiche van namaak trapgevels en valse ramen, vluchten we het Centraal station in en worden, onder waarschuwing voor pickpockets, meegezogen in de grijze Berlijnse trein die langs Noord de hoeren passeert. In Antwerpen schuiven we onze benen onder tafel in de Enfanterrible in de Dambruggestraat en genieten van het heerlijke eten, niet alvorens we klinken op België...met een glas cava.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten