ik werd vanmorgen wakker met een geluid dat me veertig jaar terugflitste in de tijd... Ik lig in een hotelkamer met kleine ramen en gefronste glasgordijnen en hoor in de verte vanonder de stijfgestreken, weeïg zoet ruikende lakens een niet al te zware motto die schakelt en optrekt, weer schakelt en verder optrekt op een kronkelende asfaltweg tussen de bergen van Hastière, om langzaam weg te sterven, klimmend, nergens naartoe rijdend, terwijl de kerkklokken van een verder gelegen dorp de lucht doen trillen vol jubelende aanbidding. Ik voel de oneindig lange dag voor mij klaar staan, het hotelontbijt, de wandeling startend voor de knalrode geraniums aan de voorgevel, via de spoorweg langsheen de steile rotswand met hoog, de gigantische madonna met uitgestrekte armen. Vanop het plateau kijken we uit over de kronkelende Maas die statig, glinsterend stroomt naar zee in zijn Belgische bedding van blauwe steen en rolkeien, niets anders meer. Dat en de zon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten