Roerloos staan ze voor mij, recht of voorover gebogen, bruinrood en vertikaal gegroefd
met neerhangende takken vol fijne, grijsgroene naaldgroepen,
bemoste witte met horizontale lijnen in hun vreemd neerdruipende gezichten in groep bijeen, de basis in een plak mos.
De bodem verloopt van zuur en bruin naar vergeeld, kort gras, hier en daar een hoop bijeengewaaid verdord eikenblad.
Achterin kruipt een groep rododendrons en houdt z'n leren blad stevig dicht
bij de knoestig oude takken, de bosrand verdwijnt in het donker.
Oude vlammen springen de lucht in, de rook van verbrand hout vliegt in vlagen
over mijn hoofd het bos in,
bewierookt de stilte en het geheim.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten