![]() ![]() |
Otto Dix - two children - 1921 Gustave De Smet - de loge - 1928 |
Een week het kot voor mij alleen, stel je voor, dat is feesten en profiteren... en toch door alleen te zijn, komt die innerlijke stem weer naar boven, constant fluisterend: "ach, sluit je op, er valt niks te beleven daarbuiten...", en steeds trap ik opnieuw in de val. Ik had vandaag in mijn agenda 'Brussel' geschreven, zonder enig doel voor ogen, en bleef vanmorgen thuis. Tot ik besefte dat ik niet mag luisteren, deed mijn jas aan en vertrok naar het station, kocht een ticket en zette me op de trein, stak de oortjes van mijn mp3-speler in, zoefde door het landschap met een nieuwe mixtape en was prompt gelukkig, alweer... een trein kan me gelukkig maken. Ik bedacht me dat het zou kunnen dat de snelheid van beelden mij aanstaat, lelijke dus snel terug uit het zicht, en mooie die in een flits op mijn netvlies worden gebrand en opgeslagen in de bibliotheek van mijn brein. In het museum van schone kunsten hadden de conservatoren een selectie gemaakt uit de expressionisten, ik liet jas en tas achter in de lockers en begon aan mijn ontdekkingstocht, genoot reeds van de inleidende tekst, die me verklaarde waarom ik schilder zoals ik schilder, wars van enige academische regels maar zielsverwant, diep graven, de expressie belangrijker dan de kunde. Ik besefte dat ik nog meer moet experimenteren met verf, collage, potlood, papier en andere media om te tonen hoe ik mij voel, of beter, wat ik voel, een antenne voor de wereld. Ik ben oud genoeg geworden om Permeke te smaken, de vette klodden olieverf (ik krijg heimwee naar olieverf), glanzend, bruin, oker en wit, met borstel en plamuurmes. De uitgewassen kleuren van Matisse, die in enkele juiste streken bomen, straten, huizen en mensen meer dan levend maakt, zenuwachtig vibrerend. Otto Dix beeldt twee kinderen uit, lelijk als de nacht maar met het detail van een Van Eyck én herkenbaar, geen verrassing dat de nationaal-socialisten dit niet smaakten en uiteindelijk verboden ter wille van een ideaal toekomstbeeld vol mooie mensen en rechtlijnige gedachten. Op weg naar de tweede verdieping moest ik de Breughels passeren, ook fruitschalen, madonnas en luitspelende jongelingen, en belandde in de ronde ruimte. Ik stond als aan de grond genageld voor een Antoine Mortier, snelle, gigantische borstelstreken, éénvoudig, bezwerend en aangrijpend, een afgodsbeeld dat lacht met de wereld zoals we ze zien en beperken. Ernaast hing 'de verwoeste burcht' van Jean Dubuffet, de mooiste verwoeste burcht die ik ooit heb gezien, natuurlijk, herkenbaar en persoonlijk, recht naar het hart en de oneindigheid omarmend en herkennend. Ik vier het met een César salade en een glas rosé, in een volks café, word vriendelijk bediend en geniet van het gemengde publiek en de echt Belgische sfeer, in het nederlands en dan weer in het frans, oui, j' aime heel veel van la vie op zo'n moments!
![]() |
Antoine Mortier - gekleurde transpositie - 1908 |
![]() |
Jean Dubuffet - de verwoeste burcht - 1952 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten