31 jul 2013
30 jul 2013
take a risk
Ik zit terug in St Pancras Station te wachten op de Eurostar naar Brussel, met een kater niet alleen omdat ik mezelf gisteren trakteerde op margarita's, witte wijn en een fles rode nadien in mijn studio, maar ook omdat ik mij de vorige dagen als een spons volgezogen heb met indrukken, gevoelens, stadszichten, mensen, planten en dieren, graffiti en bouwvallen, torengebouwen, kelderverdiepingen en stadsparken, conversaties en zwijgend, mysterieuze en uitzonderlijke nieuwe vrienden, even de draad doorgeknipt die me verbindt met zekerheden, 'take a risk' stond er op de gele, ronde sticker op de leuning van de roltrap.
29 jul 2013
small town boy

28 jul 2013
tuin
Mijn god, wat is het heerlijk vertoeven in deze tuin
waar mensen praten tussen berk en els
een man en een vrouw op knieën lavendel planten
in zongedroogde turf en droog schors voor geopende houten serredeuren
de paarse geur in vlagen in het midden van een wereldstad
betovert elke bezoeker die zich nestelt op een drempel in de zon
achter bakken ongegeneerd oranje afrikaantjes
brengt dieper tot inkeer dan eender welk religieus gebouw.
Bladeren ritselen, het terrein helt zacht af naar een onbepaalde richting
ooit een oude spoorweg, eens verplaatsing
nu weg naar meer menselijkheid.
tube
Zondag, Dalston is nog amper wakker, ik loop door de Londense straten waarvan nooit te bepalen valt of ze uiterst exclusief zijn of sociale woningen, rustiger dan normaal Fields Park in en bestel koffie aan een rode bestelwagen, de koffiemachine is nog niet opgewarmd, ik krijg een filterkoffie, goeie koffie en zet me alleen aan de pikniktafels met rode vichyruit onder de reusachtige platanen. Achter mij een Londense man in pak die moeilijk doet, althans zo komt het over maar als ik beter luister wil hij geld geven omdat hij één van de vorige dagen te weinig betaald zou hebben voor hetgeen hij had gekregen, "because it's great what you're doing here." Ik lach en zeg dat ik versteld sta. "It's nice" zegt de man van de bestelwagen en ik beaam het. Het valt me op hoe elk type mens hier door elkaar loopt, niemand die opkijkt van de man in kilt, de jongen in wapperend zwart leer en gothic face, de bebaarde bink in korte zeemansbroek, de zakenman in maatpak, brillen, sporters, jogger en Indische taxichauffeurs, hotpantsbakvissen en extremely high heeled women, het klassieke gezin, ze gunnen elkaar plaats, flexibel, vrij en open, omdat dat noodzakelijk is in een uit z'n voegen barstende wereldstad, cosmopolitisch zoals de toekomst, "I'm at the start of Broadway Market, at the entrance of Londen Fields Park, so don't move, I will be there right now!" Een zwarte vrouw ziet me schrijven en duwt me een folder in de hand.
Will suffering ever end?
Would you say: °yes °no °maybe
Dertig meter onder de grond, ik verplaats me in rechte lijnen met op wisselende afstanden knooppunten waarop ik onmiddellijk van richting kan veranderen. Ik bedenk in volle snelheid dat het leven gelijkaardig is, alleen is het minder duidelijk wanneer ik een knooppunt bereik en welke de mogelijke richtingen zijn. Tijd om een tube-map te ontwikkelen voor het leven.
'Pijn in mijn buik omdat ik hier ben, het onmogelijk is te blijven hangen, me levend te begraven, vast te roesten'. (Frédéric Gros - Wandelen)
23 jul 2013
bloem
Elke winter opnieuw vraag ik mezelf af waarom ik al die moeite doe, de triestige wintergeraniums binnen halen wanneer het vriest en terug buitenzetten als het boven 0 stijgt. En dan opnieuw elke zomer bedanken ze mij door uitzonderlijk en abnormaal te bloeien, het wordt bijna pijnlijk hoe bloemen dankbaarheid tonen, of hoe schoonheid ontstaat door onderhoud, zorg en vooral de intensie om schoonheid te voeden, jaar na jaar, gestaag zonder hype maar met veel geduld, alsof een leven de tijd vraagt om uit de grond te komen, de middelmaat te overstijgen, op weg naar de lucht, het licht, de ruimte, vanzelf en vanzelfsprekend, gewoon omdat het zo moet.
20 jul 2013
it's now or never

18 jul 2013
Moulin de Regné
Het is op macrobiotische wijze dat we de drie dagen inzetten, om specifieker te zijn met het dieet nummer zeven, enkel granen in alle tinten bruin. Een Japans gebed kan niet voorkomen dat enkele uren later de worsten en frikadellen op de barbecue worden gesmeten en de rosé overdadig vloeit. Afgesneden van de buitenwereld in de oude watermolen zullen we onderzoek doen voor nieuw danswerk van De Genoten, het verloren dal geurt naar Kamperfoelie, Moerasspirea en Valeriaan in de natte oevergrond, aan de overkant geeft het gekapte sparrenbos het vingerhoedskruid een kans, we koken samen, dansen samen, zitten rond het kampvuur en zingen in/out, in/out, in... in.... Het huis is vochtig door de wurggreep van de twee rivierarmen, oude fabels en Congo postzegels liggen verspreid tussen stoffig meubilair en oude katten, een turbine wekt elektriciteit op voor de constant ijzig wit brandende spaarlampen die alles in een spookachtig licht hullen. We hebben voortdurend het gevoel dat er iemand mist in het gezelschap, kleine vuurvliegjes vliegen boven onze hoofden, de gekken van de instelling verderop staan plots op het erf en doen of ze thuis zijn. Even verder in het dal ontdek ik een kleine hut met stalen dak, enkel bereikbaar door de omliggende weide waarin een haas, ondanks zijn sterke reukzin en gehoor, rustig snuffelt en mij niet opmerkt. Ik zit in pyjama op de grond en staar naar het kabbelende water, de hut, het kruisbeeld en de beboste helling, de stad kan me gestolen worden.
11 jul 2013
7 jul 2013
Ninglinspo
Mijn ogen bevonden zich op ongeveer tachtig centimer boven de grond, het regende onophoudelijk uit loodgrijze wolken, rivieren kolkten vanuit de heuvels tussen de zwerfkeien door, onder het zwaar doorgebogen, in mijn herinnering donkerzwarte lover naar het laagstgelegen punt in de vallei waar ze zich samenvoegden met de buiten haar oevers tredende razende stroom slijkwater die met enorme kracht tuinmeubilair en witte caravans richting watervallen sleurde waar ze onder hevig gekraak naar beneden stortten. Door het stijgende water vluchtten de ratten hogerop, zelfs door de eetzaal van het oude hotel liepen ze onder de tafels door, het hele gebouw rook naar vocht en oude gordijnen, de blokken natuursteen van de gevels kleurden donkerblauw en zwart, de ijzeren leuningen van de oevertrappen verroest en scherp. We ontvluchtten onze éénzame opsluiting via modderwegen, m'n jongere zus in de kinderwagen, mijn vroegste herinnering aan natuurgeweld en de onberekenbaarheid van het weer tijdens vakanties in eigen land. Vijfenveertig jaar later bevinden mijn ogen zich hoger, nu ongeveer op honderzeventig centimer boven de uitgedroogde grond, de zon schijnt en alles kleurt frisgroen. De japanse rivier stroomt rustig over de uitgesleten keien en ik vraag me af hoe zo veel schoonheid spontaan kan ontstaan zonder menselijke inbreng of bemoeienis, bedenk dan dat er vijfhonderd miljoen jaar nodig waren voor het water om dit landschap te beeldhouwen en dus tijd zat kreeg om perfectie te creëren, net zoals ik voor de eerste keer van een gast te horen kreeg dat mijn kleine stadstuin getuigt van een slim ontwerp, maar er ook tien jaar over moest doen om een eerste esthetisch evenwicht te vinden. Alles heeft tijd nodig, een oneindigheid die we als geheel nooit kunnen meemaken maar waar we zelf wel bewust nu deel van kunnen uitmaken. Totaal ontzag voor de natuur is een voorwaarde.
Abonneren op:
Posts (Atom)