

Zeven jaar geleden stierf mijn vriendin Linda, ze werd neergebliksemd terwijl ze de hond uitliet en werd veertig jaar, het was de eerste keer dat ik totaal van slag was door het telefoontje dat ik kreeg op mijn werk. Deze week stierf Tuur Bogaerts, mijn mentor, waarvan ik leerde dat het leven goed is als je consequent bent, als je geen toegevingen doet, als je je niet laat verleiden tot het aanpassen aan valse gedragsregels, een oer-modernistische visie die gelooft in strakke lijnen, zuivere ideeën en ruimte zonder beperkingen, of die nu menselijk aanvaardbaar is of niet. Enkele maanden voor de dood van Linda kregen we van haar een stekje dat jarenlang treurde in een te kleine bloempot, dit jaar verplantte ik het tere ding, zette het in de zon en groeide uit tot het exemplaar dat U links ziet. De foto rechts is Tuur, ik weet het, tussen wierook, boeddha, Maria, Shiva en rechts achter verstopt Linda. Hij zou het niet fijn vinden... maar aan de andere kant ook beweren dat ik mijn plan moet trekken. Net zoals een bloem in een wilde tuin, want daar was hij gek op, een wilde tuin, waar alles harmonieert maar ook met elkaar vecht om te overleven, elke plant gelovend in zijn gelijk. Het is dan ook geen verrassing dat zijn afscheidsgedicht niet vanzelfsprekend is, ik hoop dat ik het hier mag vermelden:
'kom niet af met gedenkstenen en hoge hoeden:
plavei met het mooie basalt een steeg,
die niemand bewoont,
een steeg voor vogels.
voor de verrijzenis des vleses en het eeuwige leven
zal ik, als je 't goedvindt, zelf zorgen:
dat is mijn zaak, nietwaar? vaarwel.
(uit: laatste wilsbeschikking - Hans Magnus Enzensberger)
En zo ken ik hem, recht door zee, zoals er tegenwoordig nog weinig mensen bestaan...