Het is een natuurlijk mechanisme, ik wil doorlopend bezig zijn, schilderen, mag ik het presteren noemen of verwijst dit te veel naar een valse en opgelegde verwachting uit het verleden? Met het mechanisme bedoel ik dat ik strijd met deze onderhuidse dwang enerzijds en de uitvluchten die ik zoek om dit niet te hoeven doen anderzijds. Om niet gek te worden, om zichzelf te sparen, zou de geest zo ver gaan om limieten te leggen tegenover de grenzeloze drang om te creëren? Bijvoorbeeld door net dat ene glas te veel te drinken, me moe te voelen, het recht om even neer te liggen op de zetel of is dit lafheid? Ik las net 'Man met blauwe sjaal' van Martin Gayford over de beleving van zijn model staan voor Lucien Freud, en heel het universum rond deze lange en intensieve periode, ik voel me plots mislukt. Freud schildert als tweeëntachtigjarige elke dag, desnoods 's nachts, bezeten door verf, doek en de confrontatie met zijn modellen, vlek per vlek, het is zijn leven. Ik ben jaloers op de bezetenheid van een man, hoogstwaarschijnlijk is het aan mij om mijn eigen weg te zoeken. Wij als Belgen trekken ons 's avonds terug in onze huizen, sluiten de rolluiken en kruipen in onze eigen wereld. Vanavond zit ik in een appartement aan zee, Oostduinkerke. Het is een gebouw uit de jaren '60 in witte geglazuurde baksteen, rechttoe, rechtaan, maar in de living is er één groot raam dat uitkijkt op de duinen, geen weg ertussen, net zoals de ramen in Japanse huizen uitkijken op de tuin. Ik beeld me in dat ik deze ruimte volledig wit zou verven en het raam zou laten spreken als een elk seizoen veranderend schilderij, inspirerend en mij voortdurend confronterend met de inclinatie van de aarde tegenover de zon. Links van het gebouw staat een pseudo modern appartementsblok, aartslelijk natuurlijk, waar momenteel niemand verblijft maar wel een rij helle tuinverlichting met timer, het zicht van de appartementen op de zee ontneemt. Ik heb nooit begrepen waarom wij als Belgen die onmenselijk grens trekken tussen onze woningen en het landschap. Of de grens tussen eigendom en natuur, recht gesnoeid volgens perceelsgrenzen of tuinmuren. De engheid van onze aard stoort me meer en meer des te ouder ik word, wat natuurlijk vreemd is omdat toegeven aan chaos meestal weggelegd is voor jongeren, althans in mijn jonge jaren. Neemt niet weg dat ik momenteel droom om dit appartement leeg te halen en vanaf de grond, zittend op een brutaal geweven, rood kussen, het wonderlijke uitzicht te aanschouwen, constant veranderend naargelang verschillende factoren, dag en nacht, me gelukkig te voelen dat er nog miljarden jaren oude onzekerheid vol geruis bestaat die mij kan bekoren. En neen, ik ga er niet in snoeien. En ja ik ben blij dat de lantaarnpaal net voor het venster niet meer werkt, dat ene licht zou al deze betovering verkrachten. Raveel sterft terwijl ik naar de grijze horizon vol stormwolken staar, ieders weg is een andere, morgen doe ik mee aan een auditie voor een nieuwe dansvoorstelling van Nacera Belaza, een Algerijnse danseres, en lees dat ze geintrigeerd is door het lichaam dat oplost in het ledige, de omgeving, desnoods in alle stilte en minimale beweging, ik vraag me af waarom ik het doe en dan ook weer niet, want geregeld moet je andere richtingen inslaan, jezelf testen ook al ga je frontaal op je neus, en nooit vergeten... bovenal is de zee koude soep!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten