Er ligt een opengeslagen boek op mijn tafel, rechts van mij, tekeningen van Tschi Pai-Schi, zachtroze bloemen en een kever, bleekgroene bloesems en een vlinder, ernaast een rijpe meloen, duidelijk afgelijnde delen vol onverklaarbare chaos nerven, een paarse en een roze glazen fles vol wijn, rood en rosé, Tick Tock thee, Rooibos gekocht in Londen, de kat opgerold op de versleten stoeptegels opgestopt met snelcement boven de slaapkamer van onze gasten die in de tuin genieten van bamboe en elkaar, de geur van bloemkool met zoete aardappel en ansjovis in de oven, het boek 'Wandelen' van Fédéric Gros zwaargeladen met diepe overpeinzingen over het zich bewegen op beide benen, 'je zou je de ongewone en eenvoudige luxe eens moeten gunnen door je eigen wijk te wandelen, te besluiten er onzeker, aarzelend en zonder enige reden doorheen te wandelen, eindelijk met je ogen opengeslagen, en langzaam.' Dance macabre van Saint-Saëns, Susan Graham zingt, Frisson 1. a tingle, a quiver, an emotional thrill, Tout frissonne au jardin the whole garden quivers (Bizet - Chanson d'avril).
Wat ik eigenlijk maar wou zeggen: langs elke porie van mijn lijf dringt puur genot binnen, zinnelijk of verstandelijk. En toch is daar die confronterende vaststelling dat mijn vertaling van al die informatie helemaal niets te maken heeft met die invloeden. Alsof heldere sterren rondom een planeet wel de gedragingen van het element kunnen beïnvloeden maar de singulariteit zelf uiteindelijk moet verder leven, op zijn manier, vreemde nieuwe gassen uitbrakend. Creëren is herhalen wat het universum deed, uit niets iets maken, zonder doel, zonder belang, gewoon, het is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten