


Met pijnlijk jammerende spieren en inwendig klokkende organen die wraak nemen op een uitputtende zwem-yoga-dansweek, sla ik in het licht van de olielamp de eerste bladzijden om en bekijk de foto's, buiten blaast een uil vanuit de sparrentakken zijn aarzelende oehoe over de zwarte vijver de deurkier van het boshuisje in. Opeens wordt me duidelijk dat de Japanse levensstijl sterk focust(e) op het beroeren van de zintuigen: verbleekt geurend cederhout naast teer opgespannen rijstpapier, waanzinnig bloeiende roze azalea's, zichtbetonnen constructies in uitgepuurde lijnen, de vijver met paars irissen tussen de zware houten zig-zag loopbrug, dikke mosdekens op verweerde rotsen en zwartgeblakerde lantaarn met zachte vlam, gesausde oudrode lemen muren, het vergrijsde rieten tentdak in de mistig natte grastuin, een stralend wit paviljoen in een maanlandschap als een geplooid origami-papier. Deze prikkeling der zintuigen wordt bij ons nochthans bewust vermeden: zielloos 'moderne' interieurs in verkavelingshuisjes op gazontuinen met plastieken trampoline naast de immense oprit in betonsteen waarop mama 's zondags op de knieën met keukenmes het mos tussen de voegen uitkrast terwijl papa de auto wast met de hoge(d)rukreiniger.
Het verschil zit hem in het toelaten van ouderdom, verval en patine, hier geldt er een verbod op, dankzij verzekeringsmaatschappijen, banken, de verkleutering (herinner de verkleinwoordjes), het misvormde schoonheidsideaal en ons economisch maatschappijmodel. Ouderdom kan veilig en gevoelloos bekeken worden in reservaten van opgepoetste melancholie, zoals Brugge en Bokrijk, ver weg van elk woongebied...
hoog tijd voor een beetje meer verval zodat we terug bomen horen ruisen, water voelen stromen, gevels ruiken, kleurnuances onderscheiden en er een beetje zacht mos groeit op onze ziel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten