ik loop met een plastieken zak pruimen, gemengd gele, paarse en steenrode aan mijn fietsstuur, de lage zon tegemoet, die de straat warm en mistig versteent. Door de werf ligt het voetpad bedekt met zand, dat droog zijn typische geur vrijgeeft, een herinnering aan de Kempen, het voelt aan als lente, een stuiptrekkende kriebel in de hartstreek verlangt plots naar onbezorgd genieten in een wei, aan de bosrand, en het vullen van een oude zinken koffiepot met veldbloemen. En vooral het opladen van mijn batterij, mijn hart, het opstarten van nieuw bloed en wereldvrede flitst voorbij alvorens ik de sleutel in het slot van de voordeur steek en de kale hal begroet, verder en verder, steeds verder...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten