De zee kan redding brengen en dan vooral het zout dat langs alle delen van mijn lichaam stroomt met die onaflaatbare beweging van het water dat door de tachtigduizend jaar oude geul stroomt tussen de krijtrotsen in Dover en die in Normandië, eens één geheel en verbonden maar verwijderd van elkaar als innige verliefden na de instorting der gewoonte en veroudering. Weinig is veranderd aan zee buiten de nieuwe muur van gebouwen, nog steeds witgeschilderde houten cabines, kinderen met schopjes, althans als ze ze zelf mogen dragen of gebruiken want overbezorgde ouders hebben angst dat hun kind wordt opgeslokt door drijfzand, meegenomen door boze mannen of proberen te vermijden dat het kind pijn heeft, valt, moe wordt, te ver weg loopt, te dichtbij is. Een fotograaf maakt foute foto's, of net de juiste als je er bij wil horen, van een pasgetrouwd koppel dat in het zeewater schuimwijn moet drinken en doet of het de dag van hun leven is, in gedachte al een keuze aan het maken voor de juiste kader voor op het dressoir. Er is rust door ruimte, meeuwen krijsen, een jong piept en cirkelt rond mijn plaats in het zand, ik val in slaap, ik word wakker, drink een glas wijn, eet mijn makreelsla, de zon schijnt. Ik zie de horizon, eindelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten