De oude sprookjes die ik las als kind 40 jaar geleden waren ongekuist, de zeemeermin was een lijdende vrouw die haar geliefde in het hart moest steken, zijn bloed over haar benen zou haar terug een staart geven, ze werpt zich uiteindelijk in de golven en lost op in schuim, vrouw holle smeet met extra kleverige pek over de lelijke en arrogante zus, de trol werd met de oren aan de deurstijl genageld waarop deze vlucht en zijn oren van het hoofd scheurt, blauwbaard was extra donker en grimmig, de torenkamer vochtig en kleverig van het bloed, het bos was geen pretje, klein duimpje zelfingenomen en onuitstaanbaar, de herinnering aan het boek kwam plots weer boven en ik maakte er vorige week een reeks schilderijen rond, niet letterlijk maar naar gevoel. En vermits sprookjes ook worden gebruikt als therapie zal er ook wel een stukje van mezelf in naar boven komen. Ik toon alvast vijf van de tien schilderijen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten