Net onder de knie tot de bovenkant van mijn voet, en dan nog enkel van mijn linkerbeen, werd ik verrast door de zon op rood, het deel dat ongemerkt buiten de schaduw van de parasol had gelegen. De rest van mijn lijf ziet nog wit. Ik hou van wit, ik vind het een mooie kleur die mij meer beroert dan rood. Een wit vlak overtuigt mij dat er meer kan zijn, meer is, of helemaal niets moet zijn, het is neutraal en uitdagend tegelijk, biedt mij de mogelijkheid om het, in gedachte of concreet, verder in te vullen op mijn manier of net niet. Het rode deel van mijn been begaf zich buiten de beschermende zone en moet er aan geloven, het is veiliger om er binnen te blijven echter zonder dan te weten hoe het voelt om door de zon gestreeld te worden, geen zachte regen weg te kunnen vagen van de doorweekte huid, of gedroogd door een opstekende bergwind. Bescherming en zekerheid zijn ingepompte waarden, maar kunnen net dat korte leven maken tot de cel waarbinnen het hart smeekt om rood. Wit of rood, er is geen keuze, het gaat om allebei.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten